Meerdere keren inkeren

Tot 1 juli 2014 kunnen zogenoemde “zwartspaarders” inkeren zonder dat door de belastingdienst een boete zal worden opgelegd. Belangrijke voorwaarde is wel dat de belastingdienst niet al op het spoor is van de zwartspaarder.

 

Boetes
Dat de druk om nu schoon schip te maken wordt opgevoerd is duidelijk. Zo worden de boetes die opgelegd worden na 1 juli 2014 substantieel verhoogd. Ook de politiek laat zich niet onberoerd door in het nieuws regelmatig dit onderwerp aan te snijden en door druk uit te oefenen op de regeringen van Zwitserland, Luxemburg, etcetera. In de krant verschijnen regelmatig artikelen, bijvoorbeeld over de Amerikaanse overheid die door middel van dwang namen van zwartspaarders overgelegd krijgt. Deze internationale druk op de banken heeft inmiddels effect. Immers, men kan niet langer vrijelijk beschikken over (geheime) tegoeden.

Een aantal banken wil eerst een verklaring dat het saldo in de heffing van het woonland is betrokken en wensen daarvan ook de nodige bewijzen. Op zich vreemd, want deze banken hebben jarenlang deze cliënten gefaciliteerd en ook stevig aan ze verdiend. Klagen over de bankkosten gebeurde maar weinig. Kortom, deze cliënten kunnen niet zonder meer hun gelden overmaken of ineens opnemen en worden geconfronteerd met allerlei verplichtingen. De keuze is nu om of in te keren danwel om voor steeds schimmigere jurisdicties en vertrouwenspersonen te kiezen. In het laatste geval beschikt de zwartspaarder eigenlijk ook niet langer over zijn eigen geld. Gelet op de deadline van 1 juli 2014 is het nu dus tijd om in te keren.

Wanneer is sprake van inkeer?
Maar wat nu als iemand al een keer (maar niet volledig) is ingekeerd? Of als één van de familieleden bij een gezamenlijke inkeer niet alle bankrekeningen heeft opgegeven? Kernvraag is dan of nog steeds sprake is van inkeer. En als het een familie betreft, is de hele familie dan nog wel ingekeerd? Vooralsnog is de belastingdienst van mening dat een zogenoemde partiële inkeer nog wel mogelijk is, tenzij uitdrukkelijk in de vaststellingsovereenkomst is overeengekomen dat deze mogelijkheid is uitgesloten. De meeste gesloten vaststellingsovereenkomsten kennen een dergelijk artikel niet, maar er zijn gevallen bekend waarin dat anders is.

Verschil
In de praktijk blijkt dat de meeste partiële inkeerders de eerste keer zijn ingekeerd na 27 mei 2009 en vóór 1 januari 2010. Ook toen gold dat geen boete werd opgelegd. Blijkbaar leeft het idee dat nu de laatste kans wordt geboden om boetevrij in te keren. Maar pas op: er is een verschil. Op 1 januari 2012 is artikel 66 lid 3 van de Successiewet opgenomen ter bestrijding van de zogenoemde Edelweissroute. De Edelweissroute houdt in het kort in dat het niet aangegeven buitenlandse vermogen bij vererving door tussenkomst van een beheerder nog twaalf jaar buiten het zicht van de erfgenamen en belastingdienst wordt gehouden. Op deze manier kon de heffing van erfbelasting worden ontdoken. Het eerdergenoemde artikel 66 lid 3 SW maakt het mogelijk om onbeperkt erfbelasting na te vorderen. Dus mocht bij de vorige inkeer in 2009 geen erfbelasting zijn nagevorderd dan kan dat nu alsnog.

Conclusie: meerdere keren inkeren is nog steeds mogelijk, maar er zijn nog steeds fiscale voetangels en klemmen.

De auteur drs. P. Koch MRE is als belastingadviseur verbonden aan Contaxus Belastingadviseurs

27-03-2014

Bron: Elsevierfiscaal.nl